Bewegen 4-jarigen

  • WC-papier challenge: klik hier. 
  • Vliegerwedstrijd: Maak enkele gaten in een dagblad/stuk krantenpapier, span ergens in huis of buiten een touw of maak een lijn met plakband/tape op de grond. Welk vliegtuigje raakt het verste? In het gat? Over de lijn? Je kan de kleuters i.p.v. met een vliegtuigje ook met een prop papier laten gooien. 

  • Bewegen om tot rust te komen: yoga met kleuters. Doe de zonnegroet. 

  • Vliegergolf: Vouw een papieren vliegtuig en kies een parcours. Bijvoorbeeld van in de badkamer tot buiten op het terras. Wie kan zijn vliegtuigje in zo weinig mogelijk beurten tot op de bestemming gooien. Je gooit telkens waar het vliegtuig de vorige keer geland is.
  • Beweeg als een dier. Meer uitleg en een filmpje vind je hier
  • Rol de ballen in een potje. Kleef enkele bekertjes met plakband aan de rand van de tafel. Probeer een klein balletje (vb.pingpongbal) in de beker te rollen.
    Enkele variaties:
  • Rol de bal in een bepaalde kleur beker
  • zet punten op de bekers en hou de stand bij door te turven
  • blaas de bal in een bekertje
  • rol eens met je andere hand

  • Balletjes rollen door zelfgemaakte holletjes. Je kan de ballen rollen, schoppen, mini-golf spelen, …
  • Dansje: megamaf Moev

  • Gebruik twee kussens of twee blokken en probeer zo snel mogelijk aan de overkant te geraken zonder de grond te raken.


  • Limbo: Neem een stok of een paraplu en zet een leuk muziekje op. Laat de kleuters gebogen onder de stok of paraplu bewegen. Wanneer de kleuter onder de paraplu of stok kan stappen zonder deze te raken, kan de stok of paraplu telkens een beetje omlaag gaan. Hoe laag kunnen de kleuters gaan?
  • Bowlen met kosteloos materiaal: Zet enkele lege flessen of lege blikken op een rijtje of in een bepaalde formatie. Laat de kleuters vanop een bepaalde afstand zoveel mogelijk flessen of blikken om ver rollen. Kleef eventueel plakband op de vloer of leg iets op de grond om aan te geven waar de kleuter moet gaan staan. Laat ze mee kiezen hoe de flessen of blikken opgesteld worden.
  • Maak een parcours binnenshuis of buitenshuis. Bijvoorbeeld binnenshuis: zigzag rond de stoelen, kruip over de zetel, loop rond de zetel, kruip onder de stoelen, spring over de blokken op de grond, gooi de knuffel in de mand, ... Laat je kleuter helpen het parcours op te stellen en het parcours op verschillende manieren af te leggen: kruipend, op één been, op het andere been, achteruit, op de knieën, op de buik, snel(ler), heel traag, ....
  • Schaduwtrappen: probeer om op elkaars schaduw te trappen

  • Standbeeldspel: Je spreekt met de kleuter een signaal af, bijvoorbeeld: 3 x klappen in de handen. De kleuters lopen vrij rond. Wanneer jij 3 x in de handen klapt, moeten de kleuters blijven staan als een standbeeld. Je kan ze het moeilijker maken door ze te ‘foppen’ en af en toe 1 x te klappen of 2 x. Ze moeten goed luisteren en veranderen enkel in een standbeeld wanneer je 3 x in de handen hebt geklapt.

    • Extra: je kan ze telkens een opdracht geven hoe ze moeten rondlopen, bijvoorbeeld: als een kip, als een kikker, traag, snel, op 1 been, ...
  • Een ballon zo lang mogelijk in de lucht houden, met de handen, met een vliegenmepper of met een opgerolde krant.
  • Zo lang mogelijk op één been staan : maak er een wedstrijdje van.
  • Dansliedje: minidisco ‘HALLO’  https://www.youtube.com/watch?v=_2Xd7OijKPI


keyboard_arrow_up
menu

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x